Date: | zondag 13 januari 2008 |
---|---|
Category: | Sermons and lectures |
by Arjo Klamer
NCRV: dienst zondagmorgen 9 uur op radio 747AM, Woord op zondag
De volgende overdenkingen zijn ingegeven door de deugdenethiek. Onze voorouderen wisten niet beter dan dat ze dienden te leven naar de zeven deugden. Van de oude Grieken hadden ze de vier kardinale deugden geleerd: verstandigheid, gematigdheid, moed en rechtvaardigheid. Paulus en andere christelijke denkers voegden daar de drie theologische deugden aan toe: geloof, hoop en liefde. Beginnende in de negentiende eeuw verdwenen deze deugden uit het zicht. De moderne mens richtte zich liever op de moderne ethiek van denkers als Immanuel Kant met regels als doe anderen niet aan wat jezelf niet aangedaan wilt worden.
De afgelopen jaren beleven we een nieuwe belangstelling voor de deugden. Het dagblad Trouw is in januari van 2008 begonnen met een wekelijkse serie. Zelf raakte ik op het spoor van de deugden dankzij vriendin en collega econome Deirdre McCloskey. Zij betoogt dat de zeven deugden bepalend zijn voor ons gedrag zowel in de economie als daarbuiten. Zij breekt daarmee met de gangbare opvatting dat moreel gedrag niets met economisch gedrag te doen heeft. (Voor wie geïnteresseerd is, haar veelgeprezen boek The Bourgeois Virtues, University of Chicago Press, 2006, behandelt de zeven deugden uitputtend.)
In de programma’s van Academia Vitae, een nieuwe universiteit in Deventer, doen we inmiddels veel met de deugden. Ze blijken een goede richtlijn voor het dagelijks handelen. (Zie www.academiavitae.nl)
In deze overdenkingen tracht ik de deugden als leidraad te nemen om antwoord te vinden op de vraag: Hoe te leven? De neiging is om naar de grote momenten van het leven te kijken, de momenten van leven en dood. Ik wil met u vooral nadenken over de rol van deugden in de kleinere momenten. Het gaat mij dus om de dagelijkse handelingen. Wat is goed in het kleine? Doet u er goed aan om uw buurvrouw met wie u in onmin leeft, te groeten? Is het goed uw emoties te tonen ten overstaan van uw kinderen? Zijn u en ik wel voldoende bewust van wat we in winkels kopen? En hoe doen we op het werk? Het gaat mij om gewone kwesties. En om de deugden die er toe doen.
Inmiddels ben ik overtuigd dat een leven dat niet op een of andere manier uitdrukking geeft aan al de zeven deugden, een gemankeerd leven is. Een Holleder (de ontvoerder van Heineken en onlangs veroordeeld voor afpersing) is ongetwijfeld verstandig en moedig, maar het ontbeert hem, zo lijkt het, aan rechtvaardigheidsgevoel en, naar ik vermoed, aan liefde. Maar wie is wel compleet? Leven is een kwestie van balanceren met de zeven deugden.
Ik hoop van harte dat deze overdenkingen u kunnen inspireren. Herkent u zich? Ik ben benieuwd.
Ik dank de redactie van Woord op zondag voor de stimulans om mijn gedachten uit te werken in deze overdenkingen. Ik beschouw het een voorrecht dit als niet theoloog te mogen doen.
Wat is een deugdzaam leven?
Wat is het goede? Wanneer doen u en ik het goed? We hebben natuurlijk de tien geboden, maar die zijn toch gauw te algemeen om als richtlijn te dienen in het dagelijks handelen. Dat geldt ook voor de thema’s waar het over gaat wanneer we het hebben over het goede doen. Ik denk dan aan zorg voor het milieu en begaan zijn met het lot van de armen. Het wordt direct zo groot, zo allesomvattend. Kan het om iets kleiner gaan, om iets wat ons dagelijks leven betreft? Gewoon, over hoe u en ik vandaag met onszelf en met anderen omgaan. Hoe doen we dat goed? Voor deze en de komende drie overdenkingen wil ik een oude wijsheid uit de kast halen om te onderzoeken of die richting kan geven aan ons dagelijks handelen. Het betreft de zeven klassieke deugden. Weet u welke dat zijn? Je kan ze afgebeeld zien op menig oude gevel en in oude boeken. De meeste mensen die ik dit vraag, weten het niet. Welnu, de vier kardinale deugden zijn: verstandigheid-prudentia-, gematigdheid-temperantia-, moed-fortitudo- en rechtvaardigheid-justitia. Voeg daaraan toe de drie theologische of goddelijke deugden–geloof, hoop en liefde-en je hebt de zeven deugden waar onze voorouders mee opgroeiden. Ik wil met u onderzoeken wat die deugden vandaag de dag voor ons kunnen betekenen. Laten we beginnen met op de vier kardinale deugden.
Psalm 112: 1, 2, 3. God zij geloofd
Schriftlezing Matteus 12: 1-13
Gezang 471: 1, 2, 3. Ik heb gejaagd.
De jongen deed het niet erg goed. Althans dat dachten velen in zijn omgeving. Hij presteerde weinig; hij was al meerdere malen aan een studie begonnen en hield er steeds mee op, hij dronk te veel, hing maar wat voor de televisie en weigerde een hand uit te steken. Hij maakte geregeld racistische opmerkingen over allochtonen, en wilde veel geld te verdienen, liefst zonder daar al te veel voor te doen.
Wat doe je dan? Wat zeg je tegen zo’n jongen? Laat je hem zijn gang gaan? Spreek je hem stevig toe? Geef je hem een knuffel? Of rammel je hem door elkaar? Wat te doen? Wat is het goede in dit geval?
Hoe goed doe ik het? Ben ik mijn vrouw wel erkentelijk geweest voor wat ze voor mij gedaan heeft? Reageerde ik goed genoeg op de uitbarsting van een dochter? Ded ik er goed aan een uitnodiging voor een lezing te aanvaarden terwijl ik al zoveel op mijn bord heb liggen en mijn kinderen soms opmerken dat ik zo weinig thuis ben? Hoe kon ik zo onoplettend zijn dat ik die fietser bijna de weg afdrukte? En waarom let ik zo weinig op wat ik koop? En bij wie ik wat koop? Enzovoort.
Als we het in de kerk, maar ook daarbuiten, over goed doen spreken, dan gaat het gauw over het milieu, over armoede, over ontwikkelingswerk. Goed doen betekent dan mensen helpen. Ik stel voor niet direct te groot te denken. Goed doen is even niet naar Afrika gaan om mensen in nood te helpen, vrijwilliger worden voor een of ander goed doel, veel geld weg geven, de auto de deur uit doen en in een hutje op de hei gaan wonen om energie uit te sparen. Nee, ik wil het met u hebben over het goed doen in het dagelijkse leven, thuis, op straat, op het werk. Wat te doen wanneer u te maken heeft met iemand die weinig van zijn leven weet te maken, wanneer iemand u een gunst doet die u moeilijk kan waarderen, wanneer u een buur heeft die maar niet wil groeten, of wanneer collega’s op het werk flink met de ellebogen bezig zijn.
De vraag is wanneer we het goed doen in de dagelijkse min of meer kleine momenten. Hoe weten we dat we het goed doen?
De kerk heeft tegenwoordig een slechte reputatie vanwege haar vermeende strengheid in morele zaken, vanwege de opgeheven vinger en de gebiedende stem van de dominee, of de priester. Het is de toon van de tien geboden die velen afschrikken. Het is de gebiedende toon van “Pleeg geen moord”, “Houd de sabbat in ere”, “Toon eerbied voor uw vader en uw moeder”, “Zet uw zinnen niet op het huis van een ander”. Je hoort de dominee met een striemende stem de gemeente geselen met waarschuwingen en aanmaningen, en ziet de vader die zijn zoon met een zwaaiende vinger gebiedend toespreekt. Jij zult niet drinken, en je zult niet . . vul het zelf maar in.
Maar, zo wil ik u voorleggen. wat moeten we met die tien geboden in het dagelijkse leven? Wat kunnen we ermee als leidraad voor de min of meer kleine momenten?
Heb uw naaste lief, zegt het Nieuwe Testament ons. Een goede opdracht natuurlijk. Maar wat doe ik ermee als ik wil weten wat te doen wanneer die jongen die er zo weinig van bakt, mijn zoon is, of een student? Hem liefhebben? Wat doe ik dan? Hem een knuffel geven of rammel ik hem juist door elkaar? U mag het zeggen.
De Farizeeërs zwaaien bestraffend naar Jezus met hun vinger. Hij overtreedt immers het vierde gebod als hij zijn discipelen op de sabbat aren laat plukken, en, erger nog, een man geneest. Op de sabbat zult gij niet werken, zo is het gebod. Regels zijn regels, zo houden de Farizeeërs hem voor. Zo heeft God, Zijn Vader, het bedoeld. Het gedrag van Jezus komt arrogant over. Want waarom zou hij zich niet aan de regels houden waar een ieder ander zich aan houdt?
Jezus geeft op dit niet al te grote moment een belangrijke les. Ook al is het gebod gebeiteld op steen, de werkelijkheid blijft bewerkelijk. Met een strenge en rechtlijnige uitleg komen we er in vele gevallen niet. De opdracht onze naaste lief te hebben, kan zwaarder wegen dan het vierde gebod, zoals wanneer het om een zieke man gaat. Dat probeert Jezus hier duidelijk te maken. We kunnen ons dus niet blindstaren op regels en voorschriften, en ook niet op de tien geboden. Het volstaat niet te handelen naar wat u opgedragen is door deze en gene. Dat is niet goed. Het goede doen vraagt om meer dan dat.
Wat mij heeft geholpen is me te richten op de klassieke deugden. Een paar jaar geleden begon een collega erover. Ik ben eens naar de oorspronkelijke bronnen gegaan, naar de Griekse filosoof Aristoteles en de grote christelijke denker Thomas Aquinas, en heb daar veel van geleerd. Het zijn er zeven. De drie goddelijke deugden-geloof, hoop en liefde-vinden we rijkelijk beschreven in de Bijbel. Ook zij geven richting aan het dagelijkse leven zoals ik in de volgende bedenkingen hoop te laten zien. Nu wil ik met u de kracht van de vier kardinale deugden onderzoeken, verstandigheid, gematigdheid, moed en rechtvaardigheid. Deze zijn wat moeilijker te traceren in de bijbel en kwamen via onder meer Griekse bronnen tot ons. Ze werden kardinaal genoemd omdat ze als het ware scharnieren zijn voor ons handelen. Het goede gedrag zou dus moeten draaien om de vier kardinale deugden.
Laten we eens zien, om te beginnen met verstandigheid.
Gaat hem om die jongen die de richting kwijt is in het leven, dan is het verstandig om rekening te houden met de omstandigheden, om zoveel mogelijk te weten te komen. Het is bijvoorbeeld belangrijk je bewust te zijn van de rol die je hebt. Een vader doet het anders dan een toevallige voorbijganger. De moeder doet het wellicht ook anders. Verstandigheid vraagt ook rekening te houden met de voorafgaande geschiedenis. De ene jongen is de andere niet.
Gematigdheid is de deugd van maat houden. “Te’ is hier het sleutelwoord. Een vader die het belangrijk vindt stevig te zijn voor zijn jongen, kan te stevig zijn en te weinig stevig. De liefdevolle moeder kan te liefdevol zijn, door bijvoorbeeld na te laten grenzen te stellen. De buurman kan te betrokken zijn en wordt dan bemoeizuchtig. Een deugdzaam leven is koersen op het goede midden. Niet te veel van het goede en niet te weinig.
Om het goede ook werkelijk te doen, vraagt vaak om moed. Komen de ouders na rijp beraad tot de conclusie dat ze hun zoon de deur uit moeten zetten, dan vraagt het moed om dat ook te doen. En als één van hen overtuigd is dat de zoon juist liefdevolle aandacht nodig heeft, dan zal het moed vragen de mogelijke kwaadheid van de ander te trotseren.
Rechtvaardigheid is de deugd recht te doen aan de verhoudingen tussen de mensen. Kreeg een oudere broer de kans om een aantal jaren te experimenteren met zijn leven, dan mag deze zoon dat ook.
Kijken we naar Jezus, op die bewuste sabbat in een klein moment, dan herkennen we zijn verstandigheid. Hij lijkt zich bewust van zijn eigen rol en neemt het op voor zijn discipelen. Hij koos het moment uit om iets duidelijk te maken aan zijn discipelen, aan de farizeeërs en aan ons. Hij is gematigd: hij lapt niet alle regels aan zijn laars. Hij blijft in gesprek en legt uit waarom hij het vierde gebod deze keer anders uitlegt. Moed toont hij door de farizeeërs tegemoet te treden en te staan voor zijn eigen overtuiging. Rechtvaardig is hij in zo ver hij rekening houdt niet alleen met de behoeftes van zijn discipelen maar ook anderen.
Jezus was groot in het grote gebaar. Hij lijkt daarin te groots om Hem na te volgen. Althans ik vrees dat velen van ons in dit leven daar niet aan kunnen tippen. Maar Jezus was ook duidelijk in de kleine gebaren, in het geven van de juiste aandacht, en het goed doen op een dag als de sabbat. In dat kleine gebaar hebben u en ik een kans, om echt het goede te doen bewust van de deugden waar we ons op kunnen richten. Hij zal ons niet vertellen hoe we het moeten doen met die bewuste jongen, of met die afstandelijke buur. Die verantwoordelijkheid ligt bij ons zelf, bij u en bij mij. Wij zullen iedere keer weer de goede afweging moeten maken, het goede midden te vinden. En juist daarin is Hij en blijft Hij het inspirerende voorbeeld.
Geef ons de wijsheid om te weten wat te doen. Het is zo verleidelijk, zo gemakkelijk om onbewust, zonder veel na te denken te leven, om ons te laten leven. Laat ons zien wat het juiste midden is, hoe goed te leven. Geef ons de verstandigheid, de matigheid, de moed, het gevoel van rechtvaardigheid, hoop, geloof en boven alles de liefde, Uw liefde. Wij danken u. Amen
Lied Gezang 415: 1, 2, 3. Komt nu met zang en van zoete tonen
When you have questions about our publications,
please contact us.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.