Wat blinkt en stinkt, de paradox van geld

Date:zondag 22 februari 2004
Category:Sermons and lectures

Arjo Klamer 
NCRV: dienst zondagmorgen 9 uur op radio 747AM, Uitzending 15 februari 2004

Laten we het vooral niet over geld hebben. Geld en geloof: dat gaat niet samen. Het geloof is voor het verhevene, geld houdt ons laag bij de grond. Nu ben ik ook econoom en dan ben je nogal eens met het fenomeen geld bezig, hoe het werkt en wat het doet. En zo komt de vraag op: hoe valt het omgaan met geld te rijmen met het goede leven waar ik wil geloven? Klopt het wel om zo met geld bezig te zijn? Valt er iets te zeggen over hoe u en ik vanuit ons geloof met geld dienen om te gaan? Over die vragen wil ik het vanochtend met u hebben.

– Lezing: Marcus 10: 17-27 De rijke jongeling
– Psalm 66: 1, 5 en 7
– Gezang 348: 1, 4-7

Overdenking:

Het meisje hield het geld stevig in haar knuistje. “Wat wil je?” vroeg de mevrouw achter de toonbank. Ze wees op het zakje snoep waar een glinsterend ringetje bijzat. “Geef me je centjes maar; laat maar eens zien hoeveel je hebt.” Het meisje hield haar ogen gericht op het begeerde zakje snoep, en opende haar knuistje, gedachteloos naar het scheen zo gefixeerd als ze was op dat wat ze wilde hebben. Toen ze het zakje snoep kreeg met wat geld erbij, keek het meisje eerst wat ongelovig. Dat ze zoiets prachtigs kon krijgen voor die ronde muntjes! Toen straalde ze. Het meisje was de koning zo rijk.

Niet alleen voor kinderen heeft geld iets magisch. Geld heeft een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht. Wie weet haar te weerstaan? Miljoenen mensen kopen iedere keer weer een lot in de loterij in ruil voor een onmetelijk kleine kans op heel veel geld. De gedachte alleen al om 10, 20 miljoen euro in de wacht te slepen, maakt al deze mensen een beetje gek. Geld belooft een gelukkig leven. Geld geeft macht. Het enige waar mensen met veel geld op uit zijn, lijkt wel nog meer geld binnen te halen. Geld verleidt. Geld windt op. Geld is wat we zien blinken.

Kom in de nabijheid van de bijbel en de kerk, en geld begint evenwel te stinken. Vroeger was dat letterlijk zo, toen de rijken nog begraven werden in de kerk. Vandaar de uitdrukking rijke stinkerds. Ze mochten dan wel begraven worden in de kerk, in de bijbel komen ze er bekaaid af. In de passage die ik zo-even las, spreekt Jezus duidelijke taal. Met al zijn rijkdommen zal de jonge man onmogelijk toegang tot de hemel verkrijgen. De bijbel wemelt van waarschuwingen en vermaningen aan het adres van de rijken onder ons. “[..] de wortel van alle kwaad is de geldzucht”, schrijft Paulus aan Timotheus I (vers 6). Hier en daar biedt de bijbel een beetje houvast zoals in Spreuken 3, vers 9 en 10 waar staat geschreven: “Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten, dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen.” Maar ook dit betekent dat de rijken onder ons vooral veel dienen te geven. Doet u dat?

Laat ik de boodschap tot mij doordringen, dan moet ik wel even flink op mijn hoofd krabben. Een gevoel van schaamte bekruipt me, en van wanhoop en verwarring. Want wat doe ik nog met al mijn aardse rijkdom, met het goede salaris dat ik verdien als hoogleraar, met mijn mooie huis. Hoe kan ik dat nog rechtvaardigen. Hoe doet u dat?

Voordat u zich ontrekt met de gedachte dat u met heel wat minder dan ik rondkom, laten we wel wezen: hoe arm iemand onder ons ook is, zelfs hij of zij is rijk in vergelijking met de miljarden mensen die echt arm zijn, die gewoonweg niet genoeg geld hebben om voldoende eten te kopen. U en ik, wij leven nu eenmaal in het rijke deel van de wereld. Is dat ons ongeluk?

“Bij mensen is het onmogelijk,” verzekert Jezus als Zijn discipelen inzien hoe Hij het onmogelijke van de jonge man en al die andere rijkelui vraagt. Is dat het dan? Moeten u en ik er dan echt aan geloven?

Ik word er niet vrolijker op wanneer ik lees hoe Paulus keer op keer kwaad spreekt van predikers die geld incasseren voor hun boodschap. De NCRV betaalt mij een vergoeding voor wat ik nu doe. Het is een bescheiden vergoeding maar toch, het is geld voor iets dat niets met geld te maken mag hebben. Althans volgens de bijbel.

Ik moet u bekennen dat ik geen gemakkelijke uitweg zie. Als econoom kan ik wijzen op de rampspoed die zal volgen wanneer u en ik en ieder ander die zijn geloof serieus neemt, van de ene dag op de andere besluit alle bezittingen weg te geven aan een goed doel om slechts het allernoodzakelijkste te behouden. De economie zou in een crisis geraken, en al snel zou er te weinig zijn om de armste onder ons in leven te houden. En let op voordat u al de geldzucht veroordeelt: dankzij al die mensen die geld najagen is dit één van de rijkste samenlevingen ter wereld. Mensen worden rijk door diensten en producten te leveren waarvoor u en ik de prijs willen betalen. Zo is Bill Gates miljardair geworden met zijn computer programma’s. De wortel van het kwaad heeft veel goeds te weeg gebracht. Dat is de paradox dat ons economen al eeuwen bezig houdt. Een uitweg is dat evenwel niet.

Waar we tegen aanlopen is de tegenstelling tussen, bij wijze van spreken, de zondag en de maandag. Op de zondag belijden christenen hun geloof in gerechtigheid en rechtvaardig. Ook moslims, Joden, en niet gelovigen doen dat alleen op een ander tijdstip van de week. Op maandag wordt een ieder geconfronteerd met de alledaagse werkelijkheid. Dan moet er brood op de plank komen, de kinderen moeten kleren hebben, de winkel moet lopen en de boeken moeten sluiten. Dan is er even geen tijd voor grootse en verheven gedachten. Door de week is de werkelijkheid praktisch en soms meedogenloos. Op zondag, of vrijdag of zaterdag, is het gemakkelijk praten en geloven, door de week dienen we te handelen en om te gaan met de schaarse middelen die ons ter beschikking staan.

Denk rechtlijnig en de hele week staat in het teken van het schuldgevoel. Denk rechtlijnig volgens de lijn die loodrecht daarop staat en de zondag passeert als ware het een doordeweekse dag. Zo rechtlijnig en eentonig kan het leven toch niet bedoeld zijn. In de film Babette’s feest ontdekt een somber en rechtlijnig levende Deense geloofsgemeenschap dat het ook anders kan. Ze weet geen raad met een wat losjes levende Franse vrouw, Babette, in hun midden en zeker niet wanneer zij een groots feest organiseert. Babette’s gave is de kookkunst. Vanuit verre streken laat ze het verste voedsel en de beste wijn aanrukken en ze bereidt een copieus maal voor. Eerst willen de genodigden er niet aan geloven, maar de wijn en het overheerlijke voedsel missen hun uitwerking niet. De gezichten ontspannen en beginnen vervolgens te stralen. Geinspireerd door de goede wijn en het heerlijke voedsel ontdekken deze mensen wat genieten is. Het wordt voor hen een ongekende spirituele ervaring, los van schuld en schaamte, dwars tegen hun rechtlijnigheid in. Wat een verlossing. Wat een verrassing ook. Is dat de uitweg?

De alledaagse werkelijkheid kan en mag ons die inspiratie niet ontzeggen. Zo liefdeloos mag ze niet zijn. Ook in het doordeweekse handelen moet het goede zich laten kennen. Dus wat te doen? Hoe kunnen we goed met geld omgaan, zonder het geloof in het goede, in gerechtigheid ook te verloochenen? Hoe kunnen u en ik werkelijk genieten, zonder te vergeten wat Jezus ons op het hart drukt?

Bedenk eerst wat het meisje ontdekte: geld is een middel om de ruil onder ons mensen te vergemakkelijken. Als u dat gerust stelt, ook Mozes erkende die rol van het geld. (Deuteronomium 2:6: Voedsel om te eten zult gij van hen voor geld kopen). Geld vergemakkelijkt het alledaagse verkeer. Het zij zo.

Bedenk ook dat geld geen rol speelt wanneer grote en kwetsbare waarden in het geding zijn. Voor de liefde betalen we niet, voor vriendschap en de waarheid ook niet. Want het meten met geld, gaat ten koste van ons geweten. Geld is nooit helemaal onschuldig.

Bedenk dan ook dat geld immer slechts een middel is om het goede te doen, en nimmer het doel mag worden. Een goede schoenmaker werkt om goede schoenen te maken, om zijn kopers een plezier te doen, en om met het geld dat hij verdient goed te doen. Hij werkt niet om het geld. Dat is gemakkelijk gezegd maar wat is het moeilijk om naar dat inzicht te handelen. Geld is en blijft de grote verleider. Word ik eens goed betaald voor een lezing dan zou ik me kunnen afvragen of het me daarom te doen is, om het geld dus. Zou ik het ook doen als ik geen geld zou krijgen? Hoe waarachtig kan mijn verhaal zijn wanneer de ander er voor betaalt? En hoe verantwoord is de manier waarop ik het geld besteed? De verleiding is groot om die vragen uit de weg te gaan. Maar weet: echte tevredenheid, echt genot, komt pas als we bewust zijn van wat we doen. Als het klopt wat we doen.

Het meisje geeft het geld en krijgt iet heel moois. Zij kan niet geloven dat zoiets mogelijk is. Ze straalt. Dat moet goed zijn. Het kan niet anders.

Gebed

Heer, hoor ons in onze onmacht. We kunnen bijna niet beter dan het aardse goed na te jagen, ons te richten op de graadmeters van het geld. Geld houdt ons bezig ook al kunnen we beter weten. Uw boodschap is duidelijk genoeg. Vergeef ons onze onmacht. Leidt ons niet in verzoeking. En geef ons de kracht om de verleidingen te weerstaan en te blijven zoeken naar dat wat goed is. Dat wij bewust weten om te gaan met het geld. Dat wij bewust zijn van de verantwoordelijkheid waar onze rijkdom ons voor stelt. Heer, we weten dat dit leven niet volkomen is. Geef ons de kracht van de liefde want we weten ook dat die sterker is dan wat dan ook.
Amen

Zingend Geloven V: 15 (Wat brengt een mens het zwoegen op)

Questions about publications?Contact us!

When you have questions about our publications,
please contact us.

Go to the contactpage!

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten